... | |
bundel Oosters dagboek - 2003
Vacuüm Cultuurnetwerk: Selectie uit dichtbundel 'Oosters Dagboek ...' Oosters Dagboek, Gedichten - Felix Hogeboom Heiloo/Alkmaar: April 2003 - 44 blz. - 1e opl. 16 ex. ÂContextDe mate van getourmenteerdheid  viel samen met de tijd van het verblijf  in een ruimte arm aan verhaal  van kleuren, vormen en contrasten Arm aan muziek die de kwetsbaarheid beschut Deze omgeving kende geen genade Met zijn rug naar de betonnen regelmaat  voelde de kunstenaar een harteloze wind Een moment dat liefde niet voorstelbaar leek Een moment dat een aanslag wilde plegen op de zin van zijn bestaan Maar in zijn nood wist hij nog schoonheid te ontrukken  te ontworstelen aan het gebrek dat ogenschijnlijk heerste In de omgeving van zijn zintuigelijke waarneming  die hij in verdiepend perspectief  in het licht van enige waarheid poogde te brengen. [juni '96] De journalistEen schuilhoek, een bemoedigingEen aanhechtingspunt Een drager van wederwaardigheden  zo is de taal voor u geweest Een monument voor het gevoel en de ervaring  in een tijd van wetenschap en techniek Maar ook voor het volk het sentiment  waarvoor gij schreef In dienst van ondernemers die de sensatie van de dag  stelden boven de hoge muze : uw expressieve hunkering Altijd vechtend met het nut De noodzaak van de tijd was immer  een kwelling voor de grootsten. [juli '96] ProvincieAchter gipsplaten verborgenVergeten in de regen Voortgaand fietsend Met plicht en verantwoordelijkheid Op de bagagedrager Met het tempo van doelmatigheid Met gedachten daaraan ondergeschikt Strak gaande door de zon, de bloei Zonder wezenlijk herkennen Zonder innerlijke groet Een onbewogen kramp verhardt op het gezicht Van hem waarbij het leven plaatsmaakte voor het fatsoen. [aug. '96] PerspectiefJe hebt kilometersInspanningsuren, ongemakken, vergelijkingen in kracht Je hebt raakpunten met landschappen, andere luchten Je hebt aanduiding van strakheid of plezier op de gezichten Je hebt de waardering voor de omgeving die is gebouwd Je hebt de echo van de geschiedenis, de fantasie Je hebt de romantiek die dit alles wil omvatten Je hebt eindeloze spiegels met daarachter het naakte hart Na de illusies, schijnbaar oneindig kaleidoskopisch versplinterend Zoek ik je wezen, zoek ik je trilling Hoop dat je eens de angst laat varen  waarvan ik vermoed dat hij je mystificaties voor mij  haast onbenaderbaar maakt. [aug. '96] In verbondenheidZie onze persoonlijke wegen achter de boeren rozen, roze en lila Gescheiden door de handgevormde stenen  van de oude schuur Versplinterd in de cultuur van het ongewisse  voorbij het weten, voorbij de decadentie Met spanning van de natuurlijke aanwezigheid  van het mannelijk en vrouwelijk principe  heeft de droom onderdak in zwijgen In een lach die het voorbehoud van ernst  en de gedachte wegneemt  zodat er ruimte komt voor kwetsbare onzekerheid  Opmerkzaam op het kleinste zuchtje wind  de koelte, de schaduwval Niets zal achteloos en ongekend en ongeproefd ontsnappen De tong van de begeerte krult De zelfovergave zwelgt in vrijgemaakt, geëmancipeerd gevoel  zodat de zelfaanwezigheid niet door een ander wordt binnengetreden Die ruimte van intimiteit is bestemd voor dieren  en veilige vogels De genegenheid, de streling is voor de vacht van de kat,  de manen van het paard  de libelles in de lucht en het verkwikkend zuchten  van de bladeren Die zachtheid wordt toegeschreven aan lichte schoenen  en een truitje  dat om haar lichaam gegoten zit Vermoeidheid en pijn, een lichaam  waarin we elkaar bevestigen Dijken, zee en polderdorpen, duinen, het decor De gang van de anderen De vissers, de bosarbeiders, de boeren Passanten op de fiets De lege winkelstraten in de provincie De pleinen en de bakken met geraniums Het lage gebouwtje van de benzinepomp achter het mais Ditalles raakt ons slechts even aan Het zilver van de abelen De sprengen in de duinen De klinkers in visgraatpatronen gelegd, soms los en kletterend De fantasie in dakkapellen en in erkers van de herenhuizen Rijtuiggroene deuren, de bomen langs de weg Een greppel met doorgeschoten gras Een donkere kerktoren De brandweer en de harmonie Een melkboer, een groentenman, een slager Een nieuwe zwarte asfaltweg Een onderlinge dorpsgroet De buitenstaanders Gecultiveerde bloemen en struiken in degelijke tuinen De onaanraakbaarheid van het schemerleven  achter de vitrages De bezoeker trots en in de waan van onderscheiding Hij heeft de stille welvaart en zelfgenoegzaamheid gespeurd Alsook het harde werken aan de middenstand, de bouw,  het land rondom We lieten de wagensporen liggen Steenslag en duin was ons avontuur De zon brandde haar noodzaak als herinnering  op onze armen, ons gezicht Wij waren silhouetten trots en ijdel  en in die menselijke hoedanigheid verbonden Trekkend door het land met betekenis in bomen,  bladerdek en ondergroei Afwisseling met dorre velden en vlaktes met gras Ingesloten door groene zomen en welvend zand Met even boven ons middel de aanvang  van het blauw uitspansel Hemelboog zonder sterren  omstreeks het midden van de dag Elk kraken van assen, tandwielen van de fietsen  krijgt door ons in de vorm van kleine opmerkingen perspectief  evenals het kraken van de ledematen De luiheid en het genieten van het leven De omschrijving van het leven in woorden door ons uitgesproken Vervagende duidingen  met troebele afgewende blikken De gêne om een hand, een kus, een aanraking  die in deze atmosfeer niet passend lijkt De hartstocht brandt in dwalende verten In het moment lijkt geen energie voor enige verdere naam  en handeling die dichterbij moet brengen Want die gedrevenheid zal ontmaskerd worden als geweld Machtsuitoefening en valse verhouding  gewogen op de weegschaal  eerder in ernstig gesprek bevestigd Zo is het dat inzichten berustend op onderscheiding  zichzelf ontkrachten Het regent in de diepe harten eenzaamheid Toch geeft het eerste verse brood belofte,  overvloed en stevigheid Een liefde onontbeerlijk die schuchtere bruggen maakt En temidden van de intelligentie en verfijning van het gevoel  klinkt meest het vluchtige bewegen  van de ongeladen sferen welke zwevend zijn Terwijl man-vrouw en de diepte  van de noodzaak tot ontmoeting niet wezenlijk  wordt aangeraakt We staan voor beelden, herinneringen,  brokjes levensgeschiedenis En proberen met associaties het moment te verheffen  tot een verhaal van zuiver geluk, mijmeringen  waarin liefde geborgen is We proberen de bladeren van elkaars bomen te ontcijferen Verwondering samen te smeden  met de pruik van treurende wilgen Koestering samen te brengen  in de blonde manen van het paard Vrijheid te beleven in het spel van de druiven Vermoedend dat zulke kinderachtige vertoning dwaasheid is Toch zijn er twee werelden Tussen ons ligt wezenlijk de ernst van de diepste bedoeling De drang tot levensvervulling waarbij de lichtzinnigheid  van het spel als misleiding wordt gezien  welke evenals geveinsde onschuld en het gebruik van invloed,  macht niet aan de orde zijn Is er geen narcisme, ijdelheid, het zwelgen in enig genot,  waartegen de oprechtheid in het geweer komt ? Doorbreekt de verleiding wat eerder in ernst  tot persoonlijk domein is verklaard ? Het provoceert de grenslijn van aanraking in gedachten,  aanraking in werkelijkheid Die plotse ommekeer vanwege een bijna hels smachten  verwart het gemoed waardoor de blik juist zwijgend neerslaat  als blijven zo onzinnige uitspraken achterwege In de weging van de gevoelens is de atmosfeer nog  tezeer beladen voor verdere toenadering Er is zeker het lichte bewegen aan de oppervlakte Het meegaan in de momenten, woorden, observaties, beelden  En het licht-en-schaduwspel daartussen De geestigheid, de diepzin Het heldere vermoeden van zuiverheid In de glans daarvan kunnen we ons even geborgen weten Maar het is nog zo ver van alle dagen, de zinnen, het verstand De overwegingen, de onmogelijkheid, het tekort Niet wetend of voor meer dan een ogenblik een arm,  een mond, een streling betekenis kan houden  en wordt bekrachtigd De zang, de nazang, het beklijven Het lied blijft onder voorbehoud verborgen De vruchten van zinnelijkheid  werden in afgescheidenheid gegeten Gemoedelijkheid en gemak geboden Loomheid van comfort van twee gelegen aan de waterkant In de overpeinzing beschermde gedachten In het verwijlen de vrijheid van de onschuld en poëzie Tederheid op afstand in de beschrijving van de vijver Als rimpelend watervlak met eenden. (geschreven n.a.v. fietstocht duinen PWN met Eleonora Krul) [20-8-1996] In de stilte van kelkenVan bloemen die naamloos de aarde kleurenHet ingetogen orkest van schoonheid In de volheid van de zomers In vluchtige overvloed van het voorbijgaan Met de herhaling van dit onzegbare In de geest, in het hart Met elke adem Tussen licht en schaduw Warmte, koelte, beslotenheid, openheid Het stille juichen en zingen Om de verscheidenheid Welke de natuur weerspiegelt De schroeven van putdeksels zijn me zo koud De man die zonder zweet met boomstammen smijt  wel aardig voor even Zo zijn de tuinbouwnederzettingen stemmig Is het loof van prei en uien wel aantrekkelijk  alsmede de geur over het land Zo is de snavel van de eenden guitig  alsook de verzonken pose van een exemplaar  van die vogelsoort op eigen vet en lucht  zo rustig en innig vredig op het water drijvend Je hebt schitterende abelen met ritselend blad Ruige vlaktes tussen duinvalleien De bodem veert onder je voeten Ditalles is bezield Maar waar is jouw naam Jouw stem Jouw betekenis Ik zoek je achter beelden. [20-8-1996] QueesteDe wortels van enige geschiedenis, kleur of seizoenWat voorbijtrok aan het oog Waar onze handen naar reikten In de huivering van de onwetendheid Van accelerende straten Verblind door middenstand Weggerukt van vaderhuis, moederhuis Jeugd in de uitverkoop Daar rollen zich de landschappen, monumenten van menselijke erfenis uit In geïllustreerde boeken In de schaduw van het nut door de geest behoedt Dat zich de adeldom veroorlooft Om te grijpen over de dagen heen In die diepte vragen de vormen naar hun afkomst Geen blad, geen steen, geen bloem is zonder betekenis Alles straalt in zijn aanwezigheid het volle licht De stem van schepping trilt door alles heen Geen bloei of sterfte zal zinloos zijn Eerbied, liefde en respect maken de verschijnselen kenbaar Er is bestaan in duizendvoudigheid en het juichen van de kinderen De wegen leiden terug naar de herkenning van handen Langs de gevels van waardigheid Nietige gestalten verhoogd in glans Een teder gaan Waarbij de dromen vloeien Over lijstwerk van sierlijkheid Ontroering hierover doet stil verwijlen Zonder enige verstoring In geweldloos perspectief De kracht van liefde Welke juist in zachtheid besloten ligt. [nov. '96] De dichterIn de traagheid van het gemoed, de diepte het oog van de melancholie En nog immer  het verstilde reiken  naar de schoonheid  van een onbevrachte jeugd Een bevrijding pas  aan de horizon van de utopie Maar desondanks  gaande door het leven  in de schaduw Gaande in de weerklank  van het leven En steeds de lente opnieuw. [mrt.'97] SingelparkDe man in brons tegen de windEen poes zwart-wit en lief in het zonnetje  dat op de smalle stenen sokkel valt Een vrouw klein en meisjesblond  gekruld naar het tafereeltje toegebogen Een zacht moment strekt de pols en aait de vacht Over het gras de adem van de wind  en verderop machtige bomen huivend  over het spiegelend watervlak Een zorgeloos verwijlen  tot nabij de schemering  dwalend in 't gemoed. [juli '97] OntmoetingAl gauw sluipt de routine in herhaalbare thee met tarwekoek Het landschap vervlakt, de verhalen uit onze levens drogen op De kaarsen doven en de aandacht die verdiept,  het stroeve zwijgen ook De frisheid, sprankeling van het moment geweken Voorspelbare gedachtengangen De omcirkeling in gedichten, brieven De hevigheid moe geworden  als oude man tegenover het kind van fantasie We hebben elkaars beelden geconsumeerd Er was herkenning en euforie  op de golven waarvan liefde werd geschreven  in de trage doorwerking van het gemoed  al tastende naar waarheid Ditalles om gekend te zijn in het gevoel. [juli '97] WandelingDe laan met bomen, het bolwerk Een voortstappende herhaling bij dromerige maan Het pad is smal, de hakken tikken Naast het glooiend gras de oude stad Een eend, een hond, een brug Een kanovaarder Flaneren in de stilte Voor de nacht, een zomer lang En ook haar klaterende woorden En lachende gestalte Aanraking van zorgeloze verwondering Zoals geschreven Een vrouw, een zwerver, een kind Die vluchtigheid en liefde ook. [juli '97] BindingEen wandeling in de duinen Enkele metaforen voor de herkenning  gevonden in het landschapsschoon De esthesie van de onderscheiden kruiden in het oosters eten Genietingen geborgen in vluchtige atmosferen Die lichte toets, die ijdelheid  voorbij de feiten, het degelijk onderzoek van samenhangen Buiten scholen, overtuigingen, maatschappelijke stromen  teruggeworpen op individuele verwondering Die hartstocht, die poëzie  ongeleide projectie van gevoel. [juli '97] Verzonken kamerHetzelfde boek op de onbruikbare piano Maandenlang de gevallen lamp De melancholie van het opengeslagen muziekboek  zonder muziek De snavels van de parkieten groeien, kerstboomverlichting  overspant het seizoen Het rotan zwijgt evenals de thee De gestalten tussen de avondlijke kaarsen delen in de sfeer  een vluchtige aanraking, ontroerde woorden, opwellende warmte Als in grillige momenten herkenning wordt gevonden Op de achtergrond van deze werkelijkheid  bloeit de felle hartstocht van de poëzie  die steeds aangrijpt op een onverwachte plaats  zoals zij is: De kunstenares. [juli '97] ContextHeb gezien hoe traag en wazig Het tegendeel van de noozakelijke banden en betrekkingen is Buiten de geregelde orde van wonen, winkelen en recreatie  doven de verhalen in individuele curiositeit O, melancholie, hoe duister en eenzelvig zijn steeds uw paden ? Het is geen verdienste om met die poëzie te komen:  Zij rust in eigen wieg Het ideaal bestaat hierin enige zin te geven  aan de herhaalbare patronen van het leven: Interacties tussen mensen. [aug. '97] De literaire sociëteitEn het praten zou resulteren in brieven, afspraken en  daadwerkelijk subsidies  met daaruit voortvloeiende bijeenkomsten  op een onderscheiden plaats in de provincie Te weten de confrontatie van het bewust en ontvankelijk publiek  met de stem van enige schrijver  waarbij de leden van de commissie, op de achtergrond  nippend aan het glas van hun succes,  in stand verhoogd door de nabijheid  van mogelijke kunstenaars alleen,  redetwisten over gages en onkostenvergoeding -  de frivole toets van de kunst verbloemt hun boekhoudkundige inborst niet,  in wezen verstikt in burgerlijke gewoonte. [aug. '97] OnderwegEn de grofheid rondom Enige verontwaardiging vanwege de achteloosheid De stem van het meisje, het levenslot nog onvoltrokken De kennis van de tradities en de wetenschap heeft de jeugd  nog niet genomen Nee, ze keert terug Schijnbaar onbevracht in meditatieve stilte  met tussen de regels door haar opstelling in het ware leven Kwetsbare aanwezigheid, op enige afstand In verzonken sfeer Met zichzelf op spirituele reis. [aug. '97] Artistiek klimaatZij leggen plechtige taal  in de monden van ongeschoolde jongens  en observeren de kwetsbaarheid in de schaduw  van het dagelijks leven - onmacht van rook en drank  en de vluchtige verbintenissen  om vooral niets prijs te geven van de individuele waan,  vrijheid in het bestaan verworven De stem van meer onderscheiden gevoel  dooft in trage overpeinzing in de lethargie van de nacht  die niets brengt dan zinsbegoocheling en roes,  verdwazing tegenover het opbouwend succes  van de handelende werkelijkheid. [aug. '97] Geen beklagKan over familie weinig melden Hun plaatsen met grijs hoofd overdacht Achter de tuinen en deuren de terughoudendheid  en het fatsoen Op de vakantieansichtkaarten steeds de toepasselijke zon  en het plezier Op het werk de promotie en het belang In de vereniging het respectabel lidmaatschap Op de televisie het vermaak In de kranten wereldnieuws. [aug. '97] Milieu-issueHet aantal jaren Herhaalbare vergaderingen Verandering van politieke kleuren De schande van het gif waarvan het ontstaan bedekt blijft De schrijver rept er steeds over dat zijn activisme  de verkoop niet bevorderd heeft De kwestie verbrokkelt en versnippert in lange tussentijd Ontbladering van idealen, welhaast melancholie Het lijkt dat de stemming van het moment  in werkelijkheid bepalender is  dan fundamentele stellingname  welke weliswaar principes voortbrengt  maar door de noodzaak van de realiteit wordt ingehaald Radicaliteit appeleert vooreerst aan het gevoel Met rede zal het actievoerdersfeest verstommen De waterpijpen doven De vaandel van het nut geheven door financiers,  bestuurders, ingenieurs  met in hun kielzog weldenkende burgers  vanwege vermeend belang. [aug. '97] Aan geestwerkersHeb gezien hoe filosofen en visionairs begeestigd door hun tijd  en de spiegels van de geschiedenis  werden gedreven tot voortdurende verklaring van het leven,  de plaats van de mensen en hun bestemming Driftig of nijver, in elke denkbare gemoedstoestand,  met inzicht in cultuur en wetenschap  en artistieke levenskracht,  werd het bestaan doorvorsd en de ontgonnen wijsheid en dwaasheid  neergeslagen in boeken Ik schrijf een eeuwige inleiding vanwege morele, ethische vragen  die onherroepelijke implicaties zouden kunnen hebben De angst om de citatiekolonie op de hielen te krijgen Het gebouw van inklinkende wetenschap. [aug. '97] De radiomanVerbonden met het bewegen van gedachtes en gevoelens blijft hij passief: Velt geen oordeel, maakt geen selectie Geen grens, geen autoriteit Geen eis van enige vakkundigheid Geen school, geen dogmatiek Het blijft een droom die niets uitstaande heeft met werk  of hobbyrecreatie Eerder onwerkelijke levensinvulling, onverantwoord tegenover de orde Radicale tegenstroom van romantiek met verachting  van het nut en plicht Stelsels van normen en waarden omwille van vrijheid  op de helling. [aug. '97] De kringOnderscheiden geluiden Dromen versnipperend in de provincie Op zich het uitgediept gemoed, warmte van het subjectief gelijk,  van hartstocht ook Individuen voortgestuwd door eigen waan en overtuiging Het palet van stemmingen en stijlen speuren  in onomstotelijkheid  waarbij enige reactie vanwege autonomie en kwetsbaarheid meest uitblijft Het is dat de communicatie in het ongewisse beperkt blijft Over de groep valt de mantel van de melancholie. [aug. '97] BuurtgenotenEen lach Een gulle hand in het voorbijgaan Door het betonnen trappenhuis en over de galerij Buiten bij de afvalbakken Een afgedankte bank, TV, wat spaanplaat, een paar losse planken Bodembedekkers kruipen over een naamloos plantsoen Men zit op kunststof stoelen bij de barbecue gedurende  een zwoele avond Zij gaan voorbij naar werk, supermarkt, vrienden Verdwijnen snel in kleine auto's aan de stoep En soms een amicaal gebaar, een glimp van jeugd. [sep. '97] Het dorpDe straten heb ik weinig belopen De namen van de struiken vergat ik tevens Mensen strak bij stoplichten en zebrapaden En rondom de gekapitaliseerde verworvenheden Een stil decor van muren, ramen, hanggeraniums Met daarachter de angst van belastingbetalers  wier levens uitdoven in betekenis  in de tred van het betamelijke gaan Steeds met kleiner voordeel, overgeleverd aan confectie. [sep. ' 97] ArchiefPapieren in kantoorformaat Gestapeld in de tijd Rustend, kaal, ongenaakbaar In ernst Datering door de jaren Versnipperd in gevoel Ervaring, moment, toevalligheid Ruimte gelegen in vrije variatie Zelfstandigheid Woorden waarachter liefde schemert Met duizenden gezichten. [sep. '97] Verdere beschouwingenMijn vrienden Ze roepen om het hardst om verlossing uit de eenzaamheid Ingesponnen in de dromen De lyriek uit het binnenste geput Die stem trillend en omfloerst Bezwerend met een theatraal gebaar  tegenover mensen en hun land Alternatief van de irrationaliteit Achter de gladde pose met de donkere zonnebril De schaduw van de ronde bruin-suède hoed De borrelnoten tegen de leegte De felheid van vrouwen in het zwart De bloei van de natuur op hun wangen Rond hun heupen de niet-handelende droom In culturele circuits de onderscheiding Vanwege de aankleding van het leven Traag in de schaduw van alle arbeid Verricht omwille van handhaving en nood De vereisten van de dag: Kleding, beweging,  voedsel en vermaak Interacties in zovele patronen In de kamer van de schrijver Mozart in esthetische stilte. [sep. '97] Het lang verhaalZe gaf me een schrift gebonden in garen Aan mij en mijn niet-aanwezige vriend  als aangenomen zonen in de kunst Haar dochters  geprezen om felheid, schoonheid, intelligentie  schreven ook Dit maakte ons een familie  samenzweerders Ze gaf aan geen enkele ambitie naar succes te hebben  ze hoeft geen harten meer te bewegen. [okt. '97]  Deze teksten zijn afkomstig uit 'Het Oosters Dagboek', bijgehouden in de periode mei 1996 t/m augustus 1998. Soms zijn de gedichten aangepast aan nieuwe inzichten. De auteur. Heiloo, 30 juni 2002 Felix Hogeboom van Buggenum * Informatie e-mail: felixhvb@planet.nl | |
Vacuüm Cultuurnetwerk Alkmaar - 2017 |