bundel Kreatief dagboek - 1990-1996

Vacuüm Cultuurnetwerk: Selectie uit dichtbundel 'Kreatief Dagboek 1990-1996'



Kreatief Dagboek 1990-1996 - Bloemlezing gedichten / Felix Hogeboom
/ juni 1998/ 48 blz. / 1e opl. 16 ex.




Raakpunt

Menigmaal ging het verhaal verloren
bleef het boek in zichzelf gekeerd,
maar niet tussen ons -
wij bonden onze woorden buiten elke zekerheid
tot in de diepte van ontroering
Tijdloos zonder kennis, belang, geschiedenis
maakten wij onszelf kinderen gelijk,
was hergeboorte in elkaar eenheid in het moment,
uitvloeisel van het bevrijd gevoel
dat zou standhouden in de herinnering
De warmte en herkenning
gelegen, verscholen achter ons op-zichzelf-staan,
de weerklank van liefde trillend door ons heen .



Op de fiets Alkmaar

Ik kies mijn lied, mevrouw, ik heb het zelf gezegd,
voor de TV zit de verkering in een kamertje opzij,
zij in haar gebreide vestje, hij in zijn leren pij
Pa zit op de grote bank, kijkend naar de aktualité,
potje koffie op de tafel en dan aandacht voor de TV
Moeder weg of moeder boven bezig met de schone was,
lakens die in een kast gaan, wat lavendel voor de nacht

De jongens die niets hebben lopen buiten in het perk,
ze snappen heel veel of heel weinig, altijd heerst het geld,
ze moeten werken in de bollen, anders zijn ze uitgeteld
De lichten van de renbaan, in de bowling, gloeien fel
tegen de bomen van mijn land waar ik me kunstzinnig kwel
Ik weet het, het is zo stom aan één kant, het is zo harteloos
maar ook dat liedjes zullen komen en liedjes zullen gaan .



Naderbij

Hier hielden handen mij vast,
beschutte het bladerdek,
waren verzengende zomers in vreugde gekleed:
vrouwen met lange rokken
Nog lang bleef de bloesem hangen,
krekels bij de rivier,
sprekend water helder eeuwig over de rotsen
Boven het bos, de kronen als stronken boerenkool, de maan -
steeds haar gezicht in een herinnering, een schaduw
Berooid als ik, zonder bezit, slechts een lach te vangen,
de vrede van mijn kinderjaren weer zo dichtbij
Het land zo na als regen, wind en zon me wonderlijk toeschijnen
Hier hielden handen mij vast,
knoestige boerenarmen van de leibomen aan de dijk,
door de luiken zacht het riet en de bezigheid van ganzen .



Pose in de nacht

Hier rolt nog een fietser laat
de weg verscholen achter struiken, perken
met een zware bloesem die niets vraagt,
slechts dwalend licht en silhouetten,
verderweg en verderaf, het water dat rimpelloos het licht weerkaatst -
de machtige bomen, geen blad dat knispert,
de gevels ernstig en statig, lantaarnpalen met gekrulde overvloed -
door een droom te rijden, een broze, stille, lege nacht,
uit te kijken naar de dakkapellen met de ramen lichtjes open,
een pose in de nacht.

In niets dan huiver zijn we gekleed tot elkaar
schoenen van zwerftochten vaal
ik dek je toe met mijn enige deken
kom bij me, ik die op jouw warmte wacht

Kinderen gekleed in romantiek
met hoed en omslagdoek
een kind met hennahaar
jong als iedere nieuwe dag

Je gezicht is witgemaakt
afgeslooft door het spook van de werkelijkheid
maar in gedachten ben je heel
ik proef de zoete adem van jouw trots
hooggehouden idealen
ik zie je golven op het ritme van de droom
een droom van licht, niet het stof
kinderen naakt zonder belang
de zanger heeft hen allen lief
zijn tedere klanken vloeien in hun glanzende wangen uit .



Gitaar en fluit - Arjen en Josien

Deze muziek is als het peinzen van de nacht
van ernstige mijmering en uitgesteld verlangen
opgezweept als een verloren kind

Met besliste halen houdt zij het gevoel
langzaam golvend aan gekrulde haren
bleke wangen ingetogenheid
als de zee deint ze op haar fluit
en hij de cowboy van voorzichtige romantiek
af en toe een stoere pluk, dromend bij gitaarmuziek

Zijdelings spelen ze de ruimte dicht
waar de tonen mengen raken ze elkaar
in de muziek steeds weer expressief .

De koolstofstift komt door aangeleerde gebaren
die afspraken na
die we schrifttekens hebben genoemd,
dan vormen zich de blauwdrukken
die we op de werkelijkheid hebben gelegd

Poëzie zoekt in gedreven verwondering
naar uitdrukking van de ruimte tussen die gedachtenspinsels,
geest blaast leven in totems van versteende taal
steeds verder raast de dichter, binnen en buiten zichzelf vol zinnen
doorploegt hij die vreemde pijn,
tot de illusie werkelijk haast perfekt geschapen is .



De liefdeskunstenares

Gretigheid drong in mijn stilte toen u uw lichaam naarvoren bracht,
de borsten waarin het leven zich zo trots, ijdel en verlangend strekte
om te reiken naar een hartstochtelijke zon,
een gloed, een vuur dat u temperamentvol voor uzelf hield,
de belofte van het leven
die vroeger de blik van tevele mannen vertroebeld had
Ik zag het fatale spel en de puinhopen van passie
met u in eenzaamheid als overwinnaar,
liefde toenemend geborgen in uzelf
Een bloem die om zichzelf op wiegelende stengel staat
en strelingen zoekt in zachte wind
en wat rondom in het kleine huis is neergezet als een herinnering,
bevestiging van dat gevoel
Ik maak weemoedige poëzie
als ik speur dat schoonheid zich zo heeft toegedekt
en toenemend in haar eigen wereld is verzonken
terwijl ik met het hart en in ontroerde aanwezigheid
buiten sta te wachten en te kijken:
de stilste poëzie vloog meest nog aan u voorbij .




* Informatie e-mail: felixhvb@planet.nl

Welkom

Vacuüm Cultuurnetwerk Alkmaar - 2017